Afgelopen week was ik op een bijeenkomst van het Care Labelproject over de impact van onze kleding op het milieu. Nu wist ik al dat de kledingindustrie de op één na meest vervuilende industrie is. Eigenlijk is het van de gekke dat er soms wel 52 collecties per jaar gemaakt worden. Sinds 2000 is de hoeveelheid kleding verdubbeld! En wist je dat we 90% van onze kleding weggooien voordat dit eigenlijk nodig is? We moeten écht consuminderen. Kleding kan veel langer mee dan één seizoen. Zeker als je kleding van goede kwaliteit koopt. Daarom moeten er concrete oplossingen komen. Het Don’t Overwash waslabel probeert ons bewuster te maken.
Ook interessant: Trouwen in Waste2Wear stof van plastic afval!
Don’t Overwash
Niet het laten groeien van grondstoffen, het verwerken hiervan of het produceren van de stoffen is het meest vervuilend. Nee, de gebruiksfase, dus de zorg die jij hebt voor je kleding, heeft de grootste impact op het milieu. In de levenscyclus van een kledingstuk is het wassen en drogen verantwoordelijk voor zo’n 82% van het energieverbruik, 66% van het vaste afval, meer dan 50% van de uitstoot in de lucht en grote hoeveelheden afval in het water. Slik… Het goede nieuws: als je langer dan 9 maanden met je kledingstuk doet, verlaag je de CO2 uitstoot en de hoeveelheid afval. Bovendien verminder je de grondstofkosten met 20%.
Dry clean only? No way!
Kijk jij bij aankoop in het waslabel van het kledingstuk? En is dit medebepalend voor jouw aankoop? Volgens onderzoek wel. Als er in het etiket ‘dry clean only’ staat (stomerij), kopen we het niet. Maar dry clean only is gebaseerd op technologieën van 20 jaar terug en op het indekken van de fabrikant. Heel veel kleding met dit label kan gewoon in je wasmachine . Belangrijk, want de impact die onze kleding heeft op het milieu, hangt ook af van de manier waarop jij er na aankoop zorg voor draagt. En dry cleaning is niet bepaald milieuvriendelijk.
Zo verminder je jouw impact op het milieu:
- Koop minder vaak kleding.
- Was minder vaak. Je kledingstuk kun je ook buiten aan een hangertje een opfrisbeurt geven.
- Vermijd de stomerij. Een stoombeurt kun je ook krijgen door het kledingstuk in de badkamer op te hangen als je een douche neemt. Hiermee voorkom je kreuk en geurtjes worden door het stoom geabsorbeerd.
- Was met een volle trommel en op lage temperatuur. Een lagere temperatuur zorgt voor behoud van kleur en vezels. Op 30 graden wassen in plaats van op 40 graden kan voor 60% lager energieverbruik zorgen. Let wel: handdoeken en sokken kun je beter op hoge temperatuur wassen in verband met bacteriën.
- Hang je was buiten op en gebruik zo min mogelijk de droger.
‘Throwaway living’ is uit
Natuurlijk, de kledingindustrie is ook debet aan de milieuvervuiling. Dat begon in de vijftiger jaren. Om de economie op gang te houden, werd ‘throwaway living’ gepropageerd. We moesten consumeren. De industrie dacht niet meer in duurzaam, maar in minder goed, zodat we weer nieuw moesten kopen. Goed voorbeeld is de panty. Daar kon je in de vijftiger jaren nog een auto aan optrekken. Zo sterk was deze. Inmiddels trek je er al een ladder in als je er alleen maar naar kijkt! Hoe dan ook, steek vooral je hand in eigen boezem. Want feit blijft dat we teveel kleding kopen. Ook als de oude nog niet versleten is. En van die kleding wordt nog maar 25% apart ingezameld! Onze gastblogger Ellen geeft wat dat aangaat het goede voorbeeld, met haar tweedehands garderobe. En gelukkig zijn er meer goede initiatieven. Zoals Lena the fashio library in Amsterdam. Daar kun je online kleding lenen (of kopen). Hoe leuk is het als je iemand op straat ziet lopen in een item dat jij die week daarvoor nog droeg!
Kies voor wol
De Wool Company was ook aanwezig op de Don’t Overwash bijeenkomst. Hun boodschap: koop eens één goed kledingstuk van wol dat je op verschillende manieren kunt dragen. Bedenk dat achter dit kledingstuk een heel verhaal zit. Kleding met het Pure Wool label komt van schapenboeren. Zij scheren de vacht van hun schapen eens per jaar. Lekker duurzaam, want het groeit gewoon weer aan. Vervolgens zijn er diverse handen overheen gegaan om het tot een kledingstuk te maken. Wol wordt minder snel vies, dus hoef je het minder te wassen. Is het echt toe aan een wasbeurt, dan is er het wolwasprogramma. Bovendien gaat een wollen kledingstuk lang mee. En als het echt af is, vergaat het als vanzelf. Het is immers een natuurproduct.
Kleding als ‘precious piece’
Een vraag aan jou: heeft jouw kledingaankoop een bepaalde reden gehad? Zoals de bruidsjurk bij mij, die nog altijd op zolder hangt? Die gooi ik niet weg. Dat kledingstuk heeft waarde. Of het wollen mutsje dat mijn kinderen op hadden toen ik ze pasgeboren uit het ziekenhuis mee naar huis nam. En dat in een doos op zolder ligt. Of de wollen trui die mijn man droeg toen ik hem leerde kennen. En waar ik hem in uit kon tekenen, omdat hij deze zo vaak droeg. Die écht versleten was en zijn waarde heeft gehad. Toch blijft het jammer dat die trui er niet meer is… Daar zou het om moeten draaien bij de aankoop en het gebruik van kleding: kleding als precious piece. Daarmee draag je zorg voor je kleding en tegelijkertijd voor het milieu.
De gedachte achter #dontoverwash:
Make care a radical act: realise what the bigger picture is; a cloth is a precious piece. Everything is valuable again.
Geef een reactie