Toen zo’n 100 jaar geleden de Zuiderzee verdween door de plaatsing van de Afsluitdijk veranderde er meer. Door de inpoldering ging ook de voedselcultuur van toen grotendeels verloren. Onder de noemer ‘Vers van vroeger’ deed het Zuiderzeemuseum onderzoek naar de eetcultuur van de Zuiderzee en maakte er nieuwe, moderne streetfood van.
Ook interessant: Tentoonstelling: zo overleefde men vroeger zonder koelkast
- Tekst gaat verder onder de foto.
Als je denkt aan de Zuiderzee dan denk je al snel aan vis. Toch zijn er meer gerechten die steeds terugkomen in deze eetcultuur, zoals Kapkool uit Urk; een stamppot gemaakt van ui, witte kool en stoofpeertjes. Of het Palingerzooitje, waarbij gestoofde paling met boter en azijn werd gegeten omdat dit makkelijk en snel te bereiden was.
Heeft paling tegenwoordig een andere status, vroeger was paling een doodnormale vis die veel werd gegeten.
Food anno 2018 met een Zuiderzeesmaak
Bij de eetcultuur van de Zuiderzee zijn er een aantal ingrediënten die steeds terugkomen in de gerechten. Dit zijn gerookte haring (kipper), ansjovis, stroop, spek en kervel. Deze smaakingrediënten werden ook vaak in combinatie gebruikt. Denk jij dat stroop en vis niet samengaan? In het Zuiderzeemuseum leer je van wel. De vijf smaakingrediënten zijn vertaald naar vier ‘condimenten’ (een smaak die je aan een gerecht toevoegt). Dankzij deze condimenten kan het museumrestaurant met zijn tijd meegaan. Aan een gerecht uit 2018 kun je zelf een smaak van vroeger meegeven.
Dit zijn de vier condimenten:
- Ansoop: ansjoviszout
- Gruunmoes: kervelpesto
- Kipper: gerookte haringpoeder
- Suiker Surep: specerijenstroop
De vier condimenten zijn ook te koop in het Zuiderzeemuseum. Speciaal voor de tentoonstelling is er ook een limited edition design set met potjes van keramiek en pannetjes, geïnspireerd op het keukengerei van vroeger.
Streetfood van de Zuiderzee
Het leuke is dat je in het museumrestaurant ook drie nieuwe interpretaties van échte Zuiderzeegerechten kunt proeven. Hiervoor keken de foodcurators Digna Kosse en Lucas Mullié eerst hoe men vroeger het eten kookte. Wat opviel was dat men kookte met wat er voorhanden was en dat dit vooral een langzame bezigheid was! In de Zuiderzeetijd gebeurde dat op petroleum en het was economischer en handiger om dit langzaam te doen. Ook werd de hooikist gebruikt, waar een gerecht zonder vuur in verder kon garen. Omdat we tegenwoordig liever snel en makkelijk koken, zijn er van drie originele recepten streetfood interpretaties gemaakt. Zo is de kapkool van Urk vertaald naar een flammkuche, de kipper is verwerkt tot kroket en van watergruwel en karnemelkse pap is een eigentijdse smoothie gemaakt.
De aardappel als basisingrediënt dankzij de Afsluitdijk
De grootste verandering in de eetcultuur kwam toen de Afsluitdijk in 1912 werd geplaatst. Hiervoor waren 2 grote redenen:
- Het land moest worden beschermd tegen grote overstromingen.
- Er moest een stabiele voedselvoorziening worden gecreëerd.
Omdat de zee verdween, was vissen niet meer de hoofdtaak in het arbeidsleven. Het ingepolderde land – de voormalige zeebodem die heel vruchtbaar bleek – werd grotendeels landbouwgrond, met name voor de aardappelteelt. Zo werd de saaie aardappel de hoeksteen van de Nederlandse keuken. De foodcurators vertaalde deze daarom in een derde gerecht: de polderwafel. Deze is gemaakt met het ras Frieslander. Deze kun je proeven in het Zuiderzeemuseum en is een aanrader!
Oude technieken herleven in het Zuiderzeemuseum
De voedselcultuur van de Zuiderzee is nog altijd verbonden met vis. Het is het meest in het oogspringende en essentieel voor de identiteit van de mensen die rond de Zuiderzee leefden. Om de vis houdbaar te maken, werd deze gerookt. En dat heeft grote gevolgen gehad voor het ontstaan van allerlei ambachten. Daarover later meer.
Geef een reactie